In ons technologietijdperk krijgen we steeds meer informatie. Er wordt wel gezegd dat we tegenwoordig per dag evenveel prikkels binnenkrijgen als een oermens in een heel jaar. Onze hersenen werken echter nog praktisch hetzelfde als toen. Het is dus niet gek dat we al die prikkels maar moeilijk kunnen verwerken. ‘Overprikkeling’ is een woord dat we steeds meer horen; de hoeveelheid prikkels wordt te veel en onze hersenen kunnen het niet meer goed verwerken. Je zou kunnen zeggen dat er een ‘informatie-file‘ is ontstaan. Hierin spelen uiteraard ook persoonlijke eigenschappen mee: de één is gevoeliger voor prikkels dan de ander.
Eén van de gevolgen van een informatie-file is dat je hersenen niet meer goed nieuwe informatie kunnen verwerken. Een kind dat te veel prikkels te verwerken krijgt, kan dan niet goed meer leren. Op het moment dat een kind werkelijk overprikkeld is, kan het zelfs zo zijn dat leren niet mogelijk is. Voordat er nieuwe informatie opgenomen kan worden, moet de file opgelost zijn.
Als leerkracht is het dus belangrijk in te gaten te houden of je leerlingen alle prikkels nog kunnen verwerken. Helemaal als kinderen veel online werken, kan de hoeveelheid prikkels namelijk (ongemerkt) ook op school snel oplopen.
Enkele kenmerken van overprikkeling zijn vermoeidheid, concentratieproblemen, prikkelbaar zijn, hoofdpijn, druk gedrag, snel boos worden, niks willen. Als een kind vaker deze kenmerken vertoont, kun je onderzoeken of overprikkeling de oorzaak is en naar mogelijkheden zoeken om de hoeveelheid prikkels te verminderen.
Bron: diverse bronnen
Reacties